Houd het droog
In tegenstelling tot vlees, hoeft vis niet op kamertemperatuur te komen. Haal de vis uit de koelkast en dep het stuk droog vooraleer je het kruidt. De vis zal beter dichtschroeien. Dat garandeert een lekker, krokant velletje.
Tools
Voorzie een pan met antibaklaag en een grote spatel. Zo voorkom je een uiteenvallende, klevende moot. Wat tijm, look, een klontje boter en een geut olijfolie zijn noodzakelijk voor dat perfect gebakken stukje vis.
Graag traag
Breng de pan op temperatuur op een laag vuurtje. Smelt het klontje boter en doe er een geutje olijfolie bij. Kruid de vis en bak het eerst op de velkant. Voer de temperatuur rustig op naar een middelhoog vuur. Druk de vis aan met een spatel en laat ‘m kalmpjes aan bakken. Voeg nog een klontje boter, tijm en geperste look toe. Schep met een lepeltje het braadvocht over de vis. Na 5 minuten, afhankelijk van de dikte, draai je de vis om. Laat de vis nog even doorgaren. Blus met citroensap.
Is ‘ie gaar?
Vis is gaar wanneer hij prachtig vlokt in het bord, zonder doorzichtig te zijn. Overgaar wordt het een droge boel. Pas deze methoden toe en vermijd overgare vis!
- Prik met een satéstok of aardappelschiller in de vis. Indien je geen weerstand voelt, is het tijd om te serveren.
Just relax...
Laat de vis even rusten omwikkeld met zilverpapier. De sappen kunnen zich verdelen in de vis met een juicy moot als toemaatje!