De legende vertelt dat een jonge herder z’n lunchpakket vergat in Zuid-Franse grot. Een week later vond hij z’n boterhammen en schapenmelk terug, die ondertussen een groene schijn had gekregen. Na een hapje van de kaas, was hij verkocht. De Roquefort was geboren!

Maar niet alle schimmelkazen mogen zomaar de naam Roquefort dragen. Daarvoor moet het kaasje aan enkele voorwaarden voldoen. De schapenmelk komt bijvoorbeeld van het Laucan-schaap. De typische schimmel heet Penicillum Roqueforti en houdt huis in de natuurgrotten nabij Combalou.

Rusten in de grot

De schimmel groeit op desembroden die een week vertoeven in de grot. Een samenspel van temperatuurschommelingen, vocht en de juiste microben zorgen voor een schimmellaagje op het brood. Die wordt bij de schapenmelk gevoegd.

Daarna rusten de kaasjes een aantal weken in de grotten. Op tijd en stond krijgen ze een injectie met zout om hun typische smaak te krijgen.

De smaak zit in het midden. Snij Roquefort volgens de regels van de kunst: overlangs met een kaasdraad.

Resultaat: een romige kaas met blauwgroene gangetjes. Geniet van een zacht kaasje met pit.

Heerlijk bij zowel gedroogde en verse vruchten, als bij een stevige steak! Kaasschotel bestellen? Ontdek lekkers in onze traiteursfolder.