Sommige West-Vlamingen zijn koppige ezels. Toen het West-Vlaams rode runderras een paar jaar geleden dreigde te verdwijnen, bleven sommige boeren trouw aan hun rundssoort. Een van hen was boer Steven.

“Ge zijt zot, jong”, kreeg hij van zijn collega’s te horen. Maar de West-Vlaamse boer zette naarstig door. Samen met onze vaste veekoopman Jan zorgde hij, met een paar mede-koppigaards, voor een kleine opmars van het rode ras.

"Uw eerste koe vergeet ge niet"

Jan is al meer dan vijfentwintig jaar vaste veekoopman bij Van Eccelpoel. Hij nam de fakkel over van Cha Van Eccelpoel, die voor de samenwerking ons vlees zélf selecteerde.

Jan kreeg de liefde voor de stiel met de paplepel mee. “Mijn grootvader zat in de paardenbusiness. Mijn vader en z’n broer begonnen in runds. Ik ben er dus mee opgegroeid.”

Veekoopman is een stiel die je al doende leert. Er is namelijk geen opleiding voor. “Omdat ik er al heel mijn leven in zit, weet ik wat kwaliteit is. Ik vergeet trouwens geen enkele snoet: ik herinner me élke koe die ik ooit heb gekocht.”

Omdat het ras zo weinig voor komt, is het maar op een paar plekjes te verkrijgen. Waaronder exclusieve restaurants en een handvol klasseslagers. De veekoopman verzekert ons elke week van een stuk exclusief West-Vlaams rood rund.

Ros met streken

“Eerst ons botten aandoen”, zegt Jan. Boer Steven heet ons hartelijk welkom op zijn West-Vlaamse boerderij. Op de weiden staan de rosse koeien gezellig te grazen.

Even het rode ras voorstellen: het is officieel benoemd tot streekproduct. Dat wil zeggen dat het aan heel wat eisen moet voldoen. Zo moet tachtig procent van het kostje van de runderen uit West-Vlaanderen komen.

“De koeien staan het liefst op vette weiden, zoals in hier in West-Vlaanderen.”, zegt Steven. Op de vette weiden in de Vlaanders groeit bijzonder gras bomvol voedingsstoffen.

De runderen grazen en bewegen naar hartenlust. Dat draagt bij tot het hoge niveau van het vlees. Kenmerkend is een lichte vetmarmering, fijne structuur en een volle, romige smaak.

Stielkennis met een tikkeltje bijgeloof

De 240 West-Vlaamse koeien verkeren in topconditie. Dat komt door goede weiden, voldoende beweging, én een tikkeltje bijgeloof. “In de stallen hangt er hulst tegen schimmelziekte katrienewiel. Dat plantje gaat de ziekte tegen. De koeien hebben er nog geen last van gehad!”, zegt boer Steven trots.

Het West-Vlaams rood is een dubbeldoelkoe. Dat wil zeggen dat ze voor zowel vlees als melk kunnen dienen. De rosse koe wordt voornamelijk voor vlees gebruikt.

In de stal zitten de vaarzen en kalfjes door elkaar. Ze kunnen binnen en buiten lopen in een park. “Zo kunnen de kalfjes alvast wennen aan zonlicht en de wei. Anders lopen ze door de draad.”

De vrouw van Steven verzorgt de kalfjes. Aangezien ze fulltime werkt, neemt Steven de andere taken op zich. “Mijn dagtaak begint om 6u ’s morgens en eindigt om 20u. Dagelijks leg ik zo’n 110 km af voor mijn koeien.”

Dat doet hij met plezier. De paar koppige ezels die toch hebben volgehouden, belonen zich met een topproduct. De liefde voor de stiel én de beesten, zorgen ervoor dat we bij Van Eccelpoel hoge kwaliteit kunnen garanderen.

Daarom kust ons beenhouwersteam de ‘beide pollekes’ voor stielmannen zoals Steven en Jan: voor dat unieke stukje vlees.